Rotterdam: hardloop, (race)fiets en autostad
In Rotterdam loopt 37% van de bevolking wel eens hard en zit 14% wel eens op de racefiets; de grootste sportfaciliteit van de stad is niet de Kuip, maar de stad zelf. En toch is er nog geen beeld van de manier waarop de hardloper en racefietsers de stad gebruiken. Worden de aantrekkelijke routes die Rotterdam bezit, wel gevonden? We verzamelden openbare data van ruim 100.000 hardloopactiviteiten en 30.000 recreatieve/sportieve fietsactiviteiten via de app Endomondo, en brachten hiermee het actieve gebruik van de stad in kaart.
​
Dat de ronde Erasmusbrug-Willemsbrug en het Kralingse Bos op plaats 1 en 2 staan als meestgebruikte hardloopbestemmingen zal niemand verbazen. Maar, in de rest van de stad blijkt het gebruik niet altijd even voorspelbaar en gezond.
​
Zo is het opvallend hoe vaak de Rotterdamse hardloper in de rest van de stad, de routes langs ’S-Wegen’ (zware autowegen) verkiezen boven de groene structuren van de stad. Zo is het stelsel van singels (o.a. Noordersingel en Essenburgsingel) noch een loopbestemming, noch een route richting het Kralingse Bos of de Schie. De Gordelweg (S111) blijkt de eigenlijke entree van het Kralingse Bos. Diezelfde S111 vormt rondom het Vroesenpark zelfs een echte loopbestemming. De combinatie S111 met S113 is het op twee na populairste hardlooprondje (op Kralingsebos en Erasmusbrug na) bij korteafstandslopers (max 5 kilometer). Men loopt zo letterlijk aan het Vroesenpark voorbij. Ook de route naar de Erasmusbrug blijkt vaker de Westzeedijk te zijn (S100) dan de route door ‘Het Park’. In Rotterdam Zuid is het niet anders; er wordt vaker om het Zuiderpark heen gelopen, pal naast de S103, dan over de hoofas van het Zuiderpark.
Is dat erg? De gecombineerde analyse van hardloopgebruik en fijnstofconcentraties laat precies zien dat er daarom veel in een vervuilde omgeving wordt gelopen. Hardlopen in een (lucht)vervuilde omgeving is gelukkig nog altijd gezonder dan op de bank blijven zitten, maar veel Rotterdamse hardlopers zijn minder gezond bezig dan ze zouden willen. Men loopt bovendien vooral een mooie, natuurlijke omgeving mis. En ook dat groen schijnt gezond te zijn.
Weet de racefietser de natuurlijkste routes wel te vinden? Ook nog niet overal. De fietsroutes naar ‘Het Buijtenland van Rhoon’ (Rotterdam-Zuid) en routes tussen de Rotte en de Schie (Rotterdam-Noord) worden bijvoorbeeld nog niet vaak gevonden, wederom in tegenstelling tot vlakbij gelegen routes langs de S102 en N471. Routes langs de A15 en A16 behoren tot de populairste fietsroutes de stad uit.
Je krijgt haast idee dat de ‘S’(weg) staat voor Sport. Sporters worden er door aangetrokken zonder dat deze wegen aantrekkelijk zijn. Maar wat hebben die wegen dan wel? Autowegen zijn (en daarin is Rotterdam niet anders dan de meeste Nederlandse steden) wel hele duidelijke, bekende structuren, er liggen dus routes langs die makkelijk te volgen en te vinden zijn. Helaas hebben routes door het groen of langs het water, op veel plekken nog niet die vanzelfsprekendheid. En hoe mooi de kleur groen ook is; als die vanzelfsprekendheid ontbreekt, hoef je niet te verwachten dat het gevonden en gebruikt wordt.
Soms zijn grote, structurele aanpassingen nodig om die helderheid te maken, de Rotte en de Maaskades zijn Rotterdams bekendste voorbeelden in deze categorie. Gelukkig blijken ook veel verbetermogelijkheden relatief eenvoudig; het zijn vaak kleine onvolkomenheden die een route niet vanzelfsprekend maken. Ingrepen zoals het toevoegen van missende verbindingen, het bewegwijzeren van een looproute of het verduidelijken van een entree, kunnen veel veranderen. Onderstaande kaartbeelden weergeven waar de mooiste kansen liggen om Rotterdam nog hardloop- en fietsvriendelijker te maken.
Bij projecten vind je korte slideshows, waarin de stappen van ‘data naar design’ weergeven zijn voor het Zuiderpark, Vroesenpark, Kralingse Bos, en fietsroutes naar Het Buijtenland van Rhoon. Daar vind je ook de downloadlink naar het complete onderzoeksrapport en de ‘pocketversie’ daarvan.